Monday 29 December 2008

Hoe zelfs R2P nog beperkingen heeft

Voor deze bijdrage heb ik me gebaseerd op een interview met Françoise Bouchet-Saulnier (juridisch adviseur van Artsen Zonder Grenzen en samenstelster van ‘Dictionnaire pratique du droit international humanitaire’) in verband met de beperking van R2P met betrekking tot de natuurramp in Myanmar eerder dit jaar.


Op deze blog komen voornamelijk artikels aan bod die humanitaire militaire interventies (een contradictio in terminis?) ontmaskeren als zijnde verdoken imperialistische interventies. Om de publieke opinie te overtuigen van het feit dat dit rechtvaardige interventies zijn, worden deze vaak gekoppeld aan moreel hoogstaande doelen, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de mensenrechten of het installeren van democratie. In de meeste gevallen is het moeilijk te onderscheiden in hoeverre de operaties werkelijk gebaseerd zijn op eigenbelang en machtsbestendiging of -versterking, en in hoeverre humanitaire redenen een rol spelen. Uiteraard is noch de ene versie, noch de andere de absolute waarheid en zal de ware toedracht ergens tussenin moeten gezocht worden.

Maar hoe zit het met operaties die onbetwistbaar louter humanitair zijn, vroeg ik me af. Het is frappant om te constateren dat interventies gebaseerd op twijfelachtige humanitaire doelen uitvoerbaar en verdedigbaar zijn, maar dat in ondubbelzinnige gevallen van een puur humanitaire crisis, bijvoorbeeld de natuurramp in Myanmar van mei 2008, dit onmogelijk blijkt te zijn. Internationale hulp werd belemmerd door de overheid, terwijl de bevolking in hoge nood verkeerde. Hier stelde zich eveneens de vraag: moet de internationale gemeenschap machteloos toezien? Of dient ze eenzijdig actie te ondernemen? Het dilemma dat elke humanitaire (of pseudo-humanitaire) interventie karakteriseert, namelijk de keuze tussen het basisbeginsel van de soevereiniteit, en het beschermen van een bevolking en haar rechten.

In het juridisch kader voor internationale humanitaire hulp in geval van natuurrampen, bestaat er geen enkele bepaling die recht geeft op het verstrekken van hulp of een toezichtverplichting aangeeft. Bij het weigeren van internationale humanitaire hulp, zoals in het geval van Myanmar, kan die weigering juridisch gezien niet genegeerd worden. De hulporganisaties zijn dus gebonden aan de toestemming van de overheid van het land in kwestie, ook al betreft het een autoritair of ondemocratisch regime. (Ging het over een militaire ‘humanitaire’ interventie, dan zou dat autoritair regime op zich al een reden kunnen geweest zijn om te interveniëren). De enige mogelijkheid om het land iets op te leggen, is via de VN-Veiligheidsraad, op basis van hoofdstuk 7, meerbepaald de bedreiging van de vrede. Ook R2P of ‘Responsibility to Protect’ is in het geval van natuurrampen niet van toepassing.

R2P is een concept dat beide basisbeginselen (de soevereiniteit van een staat en de bescherming van een bevolking en haar rechten) poogt te verzoenen. Het principe houdt in dat een staat de verantwoordelijkheid heeft om haar burgers te beschermen. Indien dit niet het geval blijkt, mag de internationale gemeenschap tussenkomen. Dit kan het geval zijn in gevallen van genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid. R2P houdt op rechtsgebied een evolutie in; de VN-Veiligheidsraad is niet meer verplicht om een bedreiging van de wereldvrede aan te tonen als motivatie om op te treden tegen een land. Dit betekent echter niet dat R2P een vrijgeleide betekent, de VN-Veiligheidsraad moet nog steeds tot een consensus komen en de uiteindelijke beslissing nemen. Over belemmeringen van hulpacties bij natuurrampen wordt er niet gesproken. Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Myanmar kwam een debat op gang om niet alleen door de mens veroorzaakte crisissen, maar ook de effecten van natuurrampen in het beginsel op te nemen. Velen waren immers verontwaardigd over de situatie en stelden dat het R2P moest ingeroepen worden omdat de overheid zich schuldig maakte aan misdaden tegen de menselijkheid.

Met deze bijdrage wil ik een discrepantie bloot leggen. Het is haast ironisch hoe ‘vlot’ militaire (pseudo-)humanitaire acties kunnen ontstaan, vergeleken met de machteloosheid die overheerste bij de situatie in Myanmar. Het is allerminst de bedoeling om uitgebreid in te gaan op de voor-en nadelen van R2P en evenmin om een uitvoerig pleidooi te houden voor een aanpassing van het recht. Want net zoals eenzijdig opgelegde vrijheid en democratie niet effectief is, zal opgelegde hulp dat evenmin zijn. Zelfs al hoeft dit niet te betekenen dat er een militaire actie ondernomen wordt –men kan bijvoorbeeld hulp droppen- dan is het binnenbrengen van hulp nog geen garantie op een goede verspreiding ervan. Cru gesteld zou een aanpassing impliciet een goedkeuring van alle andere operaties betekenen die ondernomen werden op basis van het beschermen van de vrede of op basis van R2P.



Referenties:

‘Verantwoordelijkheid om te beschermen?’, interview met Françoise Bouchet-Saulnier, 21/05/2008, Artsen Zonder Grenzen, http://www.msf-azg.be/nl/main-menu/actueel/nieuws/nieuws-detail/table/966.html (geraadpleegd op 29/12/2008)

No comments: